Het MaarschalkerweerdorgelLaden...
Het orgel van de Sint Willibrordkerk is een Maarschalkerweerdorgel
met Franse invloeden.
Het orgel is ontworpen en gebouwd door Michaël Maarschalkerweerd in de periode 1885-1890,
waarna het werd uitgebreid in 1947 door Verschueren,
en gerestaureerd door Elbertse Orgelmakers in 2005.
Een beknopt overzicht van het orgel:
- dubbelwandige zwelkast
- electro-mechanische registertractuur
- electro-mechanische tractuur (dus dat de relais ventielen opentrekken i.p.v. kegels omhoogdrukken). Deze hele mechaniek zit in de windlades verwerkt.
Dispositie
Hoofdwerk (Manuaal I, C-g3) | Zwelwerk (manuaal II, C-g3) | Pedaal (C-f1) |
---|---|---|
Prestant 16' | Open Fluit 8' | Prestant 16' |
Bourdon 16' | Gamba 8' | Subbas 16' |
Praestant 8' | Celeste 8' | Octaaf 8' |
Salicionaal 8' | Holpijp 8' | Gedekt 8' |
Bourdon 8' | Zingend Prestant 4' | Prestant 4' |
Prestant 4' | Fluit Octaviante 4' | Fluit 4' |
Fluit 4' | Zwitserse Pijp 2' | Bazuin 16' |
Quint 2 2/3' | Sesquialter 2 st. | Trombone 8' |
Flageolet 2' | Cymbel 4 st. | |
Mixtuur 4-6 st. | Trompet Harmonique 8' | |
Cornet 2-5 st. (doorlopend) | Hobo 8' | |
Trompet 8' |
Speelhulpen: I + II; P + I; P + II; I + II 4'; I + II 16'; II + II 16'.
Tremulant voor het tweede manuaal; Generaal Crescendo.